Verlichting
Donker waar mogelijk, licht waar nodig
De openbare verlichting in ons gebied is hier en daar verouderd. Daarom vervangen en verbeteren we de verlichting. We vervangen in ieder geval tussen 2023 en 2027 alle lampen van de straatlantaarns door LED. Daarna passen we tot 2030 de verlichting aan aan wat echt nodig is en op tijdstippen dat het nodig is.
Dat bespaart energie en is dus duurzamer. Het voorkomt ook lichtvervuiling. Die ontstaat als er ’s nachts onnodig veel kunstlicht brandt. Daar hebben planten en dieren last van, maar ook bij mensen kan het tot hoofdpijn en andere klachten leiden. Allemaal argumenten om spaarzaam om te gaan met verlichting buiten.
Verkeers- en sociale veiligheid
Verlichting geeft een veilig gevoel op straat als het donker is. Tegenwoordig zijn er ook andere mogelijkheden die daarvoor kunnen zorgen. Denk aan lichtere wegdekken en markeringen. Daarnaast zijn er steeds slimmere technieken om te zorgen voor licht op maat, zoals met sensoren. Met zo’n systeem staat de lamp uit wanneer er geen verkeer is. De lamp brandt alleen als er een weggebruiker is.
Hoe gaan we het aanpakken?
Het nieuwe openbare verlichtingsplan wordt niet in 1 keer overal tegelijkertijd uitgevoerd. We verdelen de werkzaamheden over 4 jaar. We pakken de verlichting aan per wijk of dorp aan de hand van een stappenplan.
Het stappenplan
Om de verdere uitrol van het nieuwe verlichtingsplan goed te laten verlopen, doorlopen we de volgende stappen:
- Inventarisatie: we kijken welke verlichting nodig is in een gebied en wanneer die moet branden
- Overleg met leefbaarheidsgroep: we bespreken het concept-verlichtingsplan
- Vaststellen van het concept-verlichtingsplan
- Bewonersbijeenkomst: omwonenden geven hun mening over de nieuwe verlichting
- Waar wenselijk stellen we het concept-verlichtingsplan bij met inbreng van omwonenden
- Aanbesteding en uitvoering: fase van offertes en opdrachtverstrekking. De aannemer gaat aan de slag
- (Eventuele) kleine aanpassingen aan de hand van ervaringen
Waarom wil de gemeente de openbare verlichting aanpassen?
Daar zijn meerdere redenen voor. In 2050 wil de gemeente, net als alle andere gemeenten in Nederland, klimaatneutraal zijn. Dat betekent dat we de opwarming van de aarde niet erger maken met alles wat we doen. Om de openbare verlichting te laten branden is veel elektriciteit nodig. Dat zorgt voor uitstoot van broeikasgassen en dat willen we voorkomen. Bovendien kost energie veel geld. De inwoners betalen daarvoor samen alle kosten. Het is dus verstandig om de kosten zo laag mogelijk te houden.
Op veel plaatsen in de gemeente is de verlichting verouderd en toe aan vervanging. Ongeveer 1/3 deel van alle lichtmasten is inmiddels voorzien van LED-verlichting. Dat betekent dat 2/3 deel nog duurzaam moet worden gemaakt. Minder verlichting in de avonduren is bovendien beter voor de flora en fauna en gaat lichtvervuiling tegen.
De gemeente wil dat het donker is waar mogelijk en licht waar nodig. Betekent dit dat straks bijna alle verlichting uit is?
Waar in verband met verkeersveiligheid verlichting nodig is, blijft verlichting aan. Dat gebeurt bijvoorbeeld op drukke, doorgaande wegen en op hoofdfietsroutes. Op plekken waar op bepaalde tijden verlichting nodig is, worden bewegingssensoren geplaatst. Dat geldt bijvoorbeeld voor hondenuitlaatplaatsen. Dan is er alleen licht op momenten dat iemand gebruik maakt van de ruimte. Natuurgebieden, bossen en speelplekken worden niet verlicht.
Hoeveel lichtmasten heeft Wijchen eigenlijk?
In het hele gebied van de gemeente Wijchen staan 10.000 lichtmasten, met 10.500 armaturen.
Hoeveel energiebesparing levert de nieuwe openbare verlichting op?
Als alle verlichting is aangepast, levert dit 50 tot 60 procent energiebesparing op. Het elektriciteitsverbruik daalt dan naar schatting van 1,33 kWh naar 650.000 kWh.
Hoe bepaalt de gemeente welke lichtmasten aan of uit moeten?
De gemeente heeft uitgangspunten opgesteld voor openbare verlichting. Verkeersveiligheid, verkeersdoorstroming, terugdringen van energieverbruik en bescherming van flora en fauna zijn daarin belangrijk. Aan de hand van deze criteria maakt de gemeente een conceptplan. Daarin staat welke verlichting aan blijft, uit gaat, verplaatst of verwijderd moet worden. Dit plan stemmen we af met inwoners en leefbaarheidsgroepen. Aanpassingen zijn mogelijk als dat gewenst is, maar alleen als dat in het algemeen belang is.
Wanneer wordt in mijn wijk of dorp de verlichting aangepast?
De openbare verlichting moet eind 2030 helemaal aangepast zijn volgens het nieuwe verlichtingsplan. Dat gebeurt steeds per straat, wijk of dorpskern. Wanneer de verlichting in uw omgeving wordt gemoderniseerd, krijgt u daarover bericht van de gemeente. Er is begin 2024 gestart in Woezik en Hof van Hagevoort. Welk gebied daarna aan de beurt is, wordt nog bepaald.
Wat kan ik doen als ik het niet eens ben met de nieuwe verlichting van mijn straat?
U kunt het ons laten weten als u vragen heeft over de verlichting in uw straat of wanneer u graag iets veranderd wilt hebben. Dat betekent niet altijd dat we aan uw wensen kunnen voldoen. We volgen bij de invoering van de nieuwe verlichting het Openbare Verlichtingsplan ‘Donker waar mogelijk, licht waar nodig.’ Dit is door de gemeenteraad vastgesteld. We wegen de wensen van inwoners natuurlijk mee, maar het algemeen belang is daarin leidend. De gemeente vindt participatie belangrijk, maar onderhandelt niet met inwoners over individuele lichtmasten, e.d.
Hoe zit het met de verkeersveiligheid, als er zoveel lichten uit gaan?
Verkeersveiligheid blijft het uitgangspunt. Verlichting is daarbij van belang, maar er zijn ook heel veel andere manieren om de verkeersveiligheid te waarborgen. Dat kan bijvoorbeeld door het wegdek een lichtere kleur te geven, met reflecterende belijning, witte kantmarkering, kattenogen (kleine weerkaatsende markeringen in het wegdek), schrikhekken (rood-witte hekken die wijzen op een situatie op de weg) of bermpaaltjes. Waar verlichting nodig is, blijft deze gehandhaafd. Het kan wel zijn dat er minder licht brandt dan voorheen, alleen op momenten dat het nodig is.
Op de openbare verlichting komt een telemanagementsysteem. Wat is dat?
Met een telemanagementsysteem of TMS kan de gemeente de openbare verlichting op afstand aansturen. Licht kan sterker of minder sterk worden aangezet. Met bewegingssensoren brandt verlichting alleen op momenten dat dit nodig is. Ook kan de gemeente het zien als er ergens iets kapot is. Het TMS maakt maatwerk per straat of gebied mogelijk.
Wat staat er in de wet over openbare verlichting?
Er is in Nederland geen wettelijke verplichting tot het plaatsen van openbare verlichting. De gemeente heeft wel een zorgplicht. Als ergens een lantaarnpaal staat, dan moeten we die goed onderhouden. Er bestaat wel een richtlijn Openbare Verlichting. Die geeft adviezen, maar de gemeente is vrij om daarvan af te wijken. Gemeente Wijchen heeft ervoor gekozen de richtlijnen los te laten. Daarmee kunnen namelijk de doelstellingen in het openbare verlichtingsplan niet worden behaald.
Pilot openbare verlichting
Met een pilot in de wijken Saltshof, Veenhof en Hof van Hagevoort is het nieuwe verlichtingsplan getest.
Wethouder Twan van Bronkhorst legt bij EenVandaag (Deze link gaat naar een externe website) uit hoe de gemeente dit project aanpakt.
Bekijk de video met uitleg (Deze link gaat naar een externe website)
Heeft u vragen?
Als u vragen heeft dan mag u een e-mail sturen naar verlichting@drutenwijchen.nl